Systeem rendement Koelmachine/warmtepomp:
De controle van het systeem rendement zal worden uitgoevoerd door de inspecteur B.
Wij controleren het rendement (COP/EER) van uw koelmachine(s) en of Warmtepomp(en) aan de hand van afgegeven energie ten opzichte van de opgenomen energie. Tevens wordt uw bestaande systeem vergeleken met een moderne installatie welke volgens de huidige stand der techniek functioneert en wordt het besparingspotentieel aangeven.
Regeling gekoeld watertemperatuur Zonering:
De controle van de zonering in de distributie dient alleen voor klasse 2 en 3 systemen te worden uitgevoerd door de inspecteur B.
Wij controleren of de zonering in de distributie correct is. Een correcte zonering houdt rekening met het verschil in koudevraag als gevolg van verschil in oriëntatie, bedrijfstijden, interne warmtelast et cetera.
Klok:
De centrale of decentrale klok(ken) die het systeem aanstuurt dient voor klasse 1,2 en 3 te worden uitgevoerd door de inspecteur A. Voor de klasse 2 en 3 systemen levert inspecteur A zijn inspectierapport aan de inspecteur B die deze resultaten verwerkt in zijn advies.
Wij controleren of de klok die het systeem aanstuurt de juiste tijd aangeeft.
Klokprogramma’s:
De centrale of decentrale klok(ken) die het systeem aanstuurt dient voor klasse 1,2 en 3 te worden uitgevoerd door de inspecteur A. Voor de klasse 2 en 3 systemen levert inspecteur A zijn inspectierapport aan de inspecteur B die deze resultaten verwerkt in zijn advies.
Wij controleren de instellingen van het klokprogramma dat het koudesysteem aanstuurt. Er wordt hierbij gelet op de in- en uitschakelmomenten en of deze aansluiten bij de bedrijfstijden van het pand. Er wordt ook gelet op of er rekening wordt gehouden het perioden waarin het pand buiten bedrijf is (weekend, vakantie).
Klokprogramma’s:
De centrale of decentrale klok(ken) die het systeem aanstuurt dient voor klasse 1,2 en 3 te worden uitgevoerd door de inspecteur A. Voor de klasse 2 en 3 systemen levert inspecteur A zijn inspectierapport aan de inspecteur B die deze resultaten verwerkt in zijn advies.
Wij controleren de instellingen van het klokprogramma dat het koudesysteem aanstuurt. Er wordt hierbij gelet op de in- en uitschakelmomenten en of deze aansluiten bij de bedrijfstijden van het pand. Er wordt ook gelet op of er rekening wordt gehouden het perioden waarin het pand buiten bedrijf is (weekend, vakantie).
Plaats van de sensoren:
De inspectie van de plaats van de temperatuursensoren dient voor klasse 1 systemen uitgevoerd te worden door de inspecteur A en voor klasse 2 en 3 systemen door de inspecteur B.
Wij controleren steekproefsgewijs de plaats van de temperatuursensoren in het systeem.
Luchtdebiet:
De controle van de regeling van het luchtdebiet dient alleen voor klasse 2 en 3 systemen te worden uitgevoerd door de inspecteur B.
Wij controleren de wijze waarop het luchtdebiet wordt geregeld. De energetische efficiënte hiervan wordt vergeleken met de huidige stand der techniek.
Regeling gekoeld watertemperatuur:
De controle van de regeling van de gekoeld watertemperatuur dient alleen voor klasse 2 en 3 systemen te worden uitgevoerd door de inspecteur B.
Wij beoordelen voor gekoeld watersystemen de regeling van de watertemperatuur.
Steekproef
Daar waar een gebouw is ingedeeld in meerdere ruimte, met elk een afzonderlijk regeling, dient de inspecteur B de regeling, hierbij behoort ook het controleren van de sensoren en de instellingen steekproefsgewijs te controleren.
De steekproef dient te worden uitgevoerd volgens het volgende schema:
Grootte van de populatie | Grootte van de steekproef |
1 | 1 |
2 | 2 |
5 | 4 |
10 | 7 |
25 | 13 |
50 | 17 |
100 | 20 |
500 | 23 |
> 500 | 25 |
Alternatieven en adviezen
De inspecteur B dient voor gebouw vallend in de klasse 2 en 3 na te gaan of er met alternatieve airconditioningssystemen, of aanpassingen aan bestaande systemen aanmerkelijke energiebesparingen te bereiken zijn. Kleine aanpassingen worden direct geadviseerd en waar mogelijk direct aangepast. Wanneer bestaande installatie vervangen worden voor moderne installaties volgens de huidige stand der techniek worden er besparingspercentages aangeven.
indien de verwachting is dat een vervanging binnen 5 jaar terugverdient kan worden wordt er een overzicht met de te verwachten terugverdientijd met het rapport meegeleverd. De aannames in dit overzicht zijn volgens NEN 5060:2008 nl Hygrothermische eigenschappen van gebouwen – referentieklimaatgegevens berekent.
Naast EPBD keuringen hebben wij nog een breed scala aan diensten zoals:
NEN 3140 / NEN 1010 inspectie
De Arbowet stelt periodieke inspecties van elektrische installaties verplicht. Inspecties worden ook vaak als voorwaarde gesteld door verzekeraars en in gebruiksvergunningen en milieuvergunningen.
Bij inspecties heeft u onder andere te maken met de normen NEN 3140 en NEN 1010.
Vervullen aanbestedingstraject
Wilt u het onderhoud aan uw technische installaties uitbesteden, maar heeft u niet de expertise en tijd om dit te organiseren?
Heijne Installatie Management kan u ontzorgen op het gebied van onderhoudsaanbesteding, contracten en bijbehorend contractmanagement.
Of u nu het onderhoud wilt aanbesteden, of uw bestaande contract(en) wilt aanpassen, wij kunnen het juiste onderhoudsplan voor uw installaties opstellen. Tevens kunnen wij uw bestaande contracten controleren en indien gewenst de afgesproken KPI’S van uitbesteed onderhoud en/of de status van uw installatie nazien.
Opstellen installatie cartotheek volgens NL-SFB methodiek
Indien u nieuw vastgoed heeft gekocht, of als nieuwe gebruiker in een gebouw komt, is het van belang te weten welke installaties dit gebouw bevatten.
Heijne Installatie Management is gespecialiseerd in het inventariseren, inspecteren en optimaliseren van uw gebouwgebonden installaties.
Wij kunnen een 0-meting verrichten op uw gebouw. Alle gebouwgebonden installatiecomponenten worden geïnventariseerd en conform de NL-SFB codering vastgelegd in een installatie cartotheek.